ONTWIKKELING & BOUWPROJECTEN

Focusgroep Ontwikkeling & Bouwprojecten

Om de stad aantrekkelijk te houden is voortdurende vernieuwing noodzakelijk. De stad verandert met de tijd en de bewoners mee maar er zijn ook herkenningspunten en vaste bakens aan welke de huidige en toekomstige bewoners zich willen spiegelen en vast houden. Naast de stenen hebben mensen behoefte aan een geborgen thuis waar ze fijn en in goede gezondheid kunnen wonen, leren, werken, ontspannen.

Bewoners van het centrum van Rotterdam hebben gekozen om er te wonen wegens de inspirerende omgeving waarin ze hun dromen en ambities kunnen waarmaken, de uitgaansmogelijkheden, winkelaanbod, multiculturele actieradius en gunstige mobiliteit. Het zijn tolerante mensen, bereid om de schaarse ruimte met elkaar, bezoekers en andere belanghebbende te delen. De beperktheid aan ruimte houdt wel in dat balans en afstemming noodzakelijk zijn.

Ondanks de bouw en andere stedelijke activiteiten dient de kwaliteit van het wonen gewaarborgd te zijn. Deze focusgroep zoemt in de noodzakelijke, gewenste en ongewenste bouwontwikkelingen en de invloed die ze op de stad en de bewoners hebben. Vanuit theoretische en empirische kennis ondersteunt zij individuele bewoners en bewonersorganisaties teneinde hun stem te laten horen als het gaat om bouwprojecten waar huidige bewoners bezwaren en of wensen hebben.

uwprojecten-mieren-brug

Invloed van sloop en nieuwbouwprojecten

Sinds de eerste bewoning, de middeleeuwse stad, tweede koopmansstad en de naoorlogse wederopbouwstad heeft Rotterdam zich in twee richtingen weten te ontwikkelen. Enerzijds als een groeiende innovatieve industriële havenstad en anderzijds een, waar de creatieve industrie, architectuur, cultuur en toerisme een steeds belangrijker rol zijn gaan spelen.

Vanuit een bestuurlijke visie en de wens om meer mensen naar de stad te trekken als toerist, om er te wonen en te werken is de gemeente de dynamiek in de stedelijke ontwikkeling gaan stimuleren via een aantal grote, strategische projecten. In een klimaat van economische voorspoed werden grote marktpartijen benaderd die de stad wilden investeren dat de ambitie had om een internationaal belangrijke metropool te worden. Daarvoor was het belangrijk om de infrastructuur van de stad te versterken vooral met het bouwen van een nieuwe architectonisch spraakmakende openbaarvervoer terminal Rotterdam Centraal die aansluit op het netwerk van de Europese hoge snelheidslijnen. Vanwege de intensiteit van bebouwing en de cruciale betekenis voor het totaalbeeld van de stad werd het RC district aangewezen als ontwikkelingsgebied met en bijzondere welstandsniveau voor de bouwlocaties Vleugelblokken, het Schiekadeblok en Weenapoint. Voor de uitwerking van de plannen werd gebruik gemaakt van het Mixone concept beschreven in de weena – Glocal City District.

Met het aanleggen van de Weenatunnel en op de plek waar voor de tweede wereldoorlog de diergaarde stond de Kruispleingarage met 760 parkeerplaatsen werd de autoverbinding naar de stad versterkt dat kon zorgen voor een constante stroom van publiek door en binnen het centrumgebied. Daarmee kon ook nieuwbouw op andere locaties in het centrum van de stad gestimuleerd worden. In Cool Noord werden met de bouw van het complex “Calypso” met 407 appartementen, zeven parkeerverdiepingen, kantoren, commerciële ruimten en een nieuw gebouw voor de Paulus kerk gerealiseerd.

Voor de blijvende bewoners betekenden de enorme bouwputten, de sloop van grote panden en delen van straten de aantasting van hun woonmilieu wegens het vrijkomen van bouwstoffen en de geluidsoverlast. Stof dat hinderlijk is en geen specifieke gevolgen heeft voor de gezondheid, maar wel de ogen, de huid en de luchtwegen kan irriteren. Voorbeelden hiervan zijn gipsstof, kalkstof en krijtstof. Stof dat schadelijk is en waar schadelijke of giftige bestanddelen in zitten. Voorbeelden hiervan zijn houtstof, kwartsstof, glas- en steenwol. Hierdoor kunnen irritaties en ontstekingen van de huid en ogen ontstaan en eczeem. Ook kunnen luchtwegen en longen geïrriteerd raken en in sommige gevallen blijvend beschadigd raken.

De nieuwbouw betekende in de meeste gevallen verstoring van het klimaat door veranderende windstromingen, verlies van uitzicht, schaduw in woningen en op straat en een tijdelijke of blijvende waardevermindering van hun vastgoed. Een algemene verhoging van het geluidsniveau door toevoegingen van het aantal bewegingen in het verkeer, vestiging van winkels en horecaondernemingen en verhoging van intermenselijke contacten hielden grotere veranderingen in.

Met het verstoren van de bestaande balans van koop, particuliere en sociale huur woonvoorraad en de neveneffecten van het slopen en herbouwen waren niet alle bewoners blij. Velen konden wegens de marktwerking (hogere huurprijzen) niet meer terugkomen in hun wijk waar ze al tientallen jaren woonden. Door gedwongen verhuizingen zoals in Crooswijk moesten gezinnen hun vertrouwde omgeving kwijtraken en hun heil elders zoeken. Men zat niet te wachten op gewenningsproblemen in een nieuwe woonomgeving en de kosten van een verhuizing. Vanuit de gemeente werd er niet voldoende ingezet op de rol van begeleiding en inzetten op terugkeer en/of nieuwe woon en werk perspectieven.
Toen het project van de bouw van 6 hoge woontorens waarvoor de sloop van de Lijnbaanflats werd aangekondigd gingen de bewoners massaal in verzet, niet alleen tegen uitverhuizing maar tegen de sloop van de wederopbouw architectuur binnen de brandgrens en het verdwijnen van het schaars groen in het hart van de stad. Hun strijd werd toegejuicht door bewoners uit andere wijken, een aantal architecten, cultuurhistorische instanties en zelfs grote bouwondernemingen die zich keerden tegen de afbraak van dergelijk erfgoed. Met behulp van de stichting voor het documenteren en conserveren van gebouwen en stedenbouwkundige en landschappelijke ensembles van de Moderne Mouvement, DOCOMOMO werd een aanvraag ingediend en gehonoreerd om het Lijnbaanensemble tot Rijksmonument te benoemen en zo te beschermen tegen de commerciële sloop van werk van toonaangevende Nederlandse architecten. In de planning staat om de luifels in het oorspronkelijke ontwerp terug te laten komen. Zie link: http://www.docomomo.nl

Daarmee was een trend ingezet. Bewoners waren niet tegen nieuwbouw maar gingen zich verzetten tegen de verdere sloop van panden die de gemeentelijke politiek en diensten van geen belang achten. Zij onderkenden de waarde van de architectuur van de stad en hebben weten te overtuigen dat niet alleen nieuwe gebouwen het imago van Rotterdam als architectuurstad konden bevestigen maar dat juist de mix van stijlen en het spanningsveld daartussen hun waarde konden bewijzen. Zo werden oude panden in de Hoogstraat, de Meent en in de van Oldenbarneveltstraat behoed van de sloop en succesvol gerenoveerd als trendy winkelstraten.

De afgelopen 10 jaar is de binnenstad ingrijpend veranderd. De belangrijkste winkelstraten en een groot aantal pleinen zijn opnieuw ingericht. De Rotterdamse stijl als herkenbaar imago werd geïntroduceerd maar niet door iedereen gewaardeerd. Openbaar meubilair waar bewoners aan gehecht waren werd niet gerestaureerd maar weggevoerd. Daarmee was de oude kwaliteit van bijpassend ontwerp en uitvoering daarvan verdwenen om plaats te maken voor minder esthetisch vandalisme bestendige en onderhoudsarme ontwerpen. Een aantal kunstwerken veranderde van plaats en/of verdween totdat het belang ervan erkend werd. Gevelkunst werd opgeknapt en een van de belangrijkste en waardevolste reliëfs van Henri More werd na sloop van het gebouw in de nieuwbouw op dezelfde plek teruggeplaatst.

Er is geïnvesteerd in de groei en kwaliteit van de stad door middel van grote projecten zoals de Markthal, het Timmerhuis, de Collectiegebouw en Skateboardpark Blaak en de aankomende herinrichting van de Coolsingel. Er moet nog hard gewerkt worden aan het opknappen en blijven onderhouden en verduurzamen van oudere panden. De buitenruimte blijft een aandachtspunt in het centrum wegens het veelvuldige en intensief gebruik door diverse groeperingen.

Vastgoed als gebruiksgoed en investeringsgoed

Wonen is duur in Nederland. We lopen voorop op het gebied van woonuitgaven die gemiddeld ongeveer 25% bedragen van ons besteedbaar inkomen. In 10 jaar stegen de huren met ongeveer 25%, terwijl de beschikbare inkomens slechts met 5% toenamen. Een woning is niet meer alleen een gebruiksgoed maar ook een investeringsgoed waar veel geld mee verdiend kan worden. Grote vastgoedpartijen uit het binnen en buitenland investeren in het Nederlandse vastgoed in de nieuwbouw of de opkoop van bestaand corporatievastgoed.

Grote groepen Nederlanders maken zich zorgen over hun huisvestiging. Hypotheekrenteaftrek staat onder druk. Aftrekposten en subsidies voor gemeente en rijksmonumenten worden afgebouwd. Huizen staan onderwater door de verhouding tussen de hypotheekhoogte en de prijsdaling van het vastgoed. Huurtoeslagen afschaffing, verhuurderheffing, daling van maximale aftrekpercentage en verdere fiscalisering zijn nog niet in kaart gebracht. Goedkope woningen worden afgebroken om door duurdere nieuwbouw vervangen te worden.

Het wonen, wordt steeds duurder voor alle groepen. Ouderen, jongeren, gezinnen in de stad, zzp’ers , mensen met lage inkomens en statushouders, hypotheekaftrek wacht een onzekere toekomst. Een dak boven het hoofd is een primaire behoefte van de mens waarvoor solidariteit en evenwichtig beleid noodzakelijk zijn. Leidend moeten zijn de noden van de mens. Goede kwaliteit is de betaalbaarheid van woningen voor alle bewonerslagen zijn een noodzaak maar ook een mooi uitdaging.

Verdichting en Hoogbouw

De geschiedenis van hoogbouw in Rotterdam is al meer dan een eeuw oud. De eerste “wolkenkrabber” van Nederland en van Europa was het nog steeds bestaande Witte Huis aan de Oude Haven dat in 1898 werd gebouwd. De GEB-toren, het nieuwe universiteitsziekenhuis Dijkzicht, het hoofdkantoorgebouw van Nationale Nederlanden, de Delftse Poort, Montevideo en de Maastoren mochten zich ten tijde van hun bouw allemaal de hoogste gebouwen van Nederland noemen. Rotterdam mag zich terecht met de 5 hoogste gebouwen de hoogbouw stad van Nederland noemen en bouwt in deze traditie gestaag door.

De verdichting van het centrum impliceert dat er veel nieuwe woningen moeten komen. Hoogbouw lag voor de hand en is nog hedendag de enige ontwikkelingsstrategie voor het hele centrumgebied. Met de toenemende wereld verstedelijking zullen steeds meer mensen in woongebouwen gaan wonen. Zelfs met ons landelijk vooruitzicht op bevolkingskrimp is het een werkelijkheid waar bestuurders rekening moeten houden. Rotterdam bouwt gestaag door. De lijst van de nieuwste hoogbouw in de stad vindt via de volgende links:
www.nieuws.top010.nl/hoogste-gebouwen-rotterdam
www.nieuws.top010.nl/nieuwbouw-in-rotterdam/nieuwbouw-rotterdam-centrum

Rotterdam is tevreden met het ontstaan van de Rotterdamse skyline maar hoogbouw heeft ook een schaduwzijde en betekent niet a priori betere leefbaarheid. Zich terugtrekken, omringen door communicatieapparatuur en sociale media tussen vier muren betekent privacy maar in grote menselijke agglomeraties bevorderd het anonimiteitbestaan en vereenzaming van de inwoners. De gezamenlijke ruimte is voornamelijk ingericht op praktisch onderhoud door derden en gebouwd eerder op vlotte evacuatie van bewoners bij calamiteiten dan op sociaal en interactief samenleven. Anders ingerichte hoogbouw zou een architectonische uitdaging en nieuw ontwikkeling op dat gebied kunnen zijn voor de Rotterdamse architecten. De focus groep denkt graag mee.

Woontorens zijn zelden gezinsvriendelijk. Ondanks de pogingen van het stadsbestuur om met gezinsvriendelijke maatregelen gezinnen naar de stad te brengen vertrok vorig jaar 7% jonge gezinnen weg uit de stad. Jonge gezinnen hebben naast een ruime woning een veilige omgeving nodig met dichtbij zijnde scholen met kwaliteitsonderwijs. De o.a. algemene verruwing van de stad moet daarom tegengegaan worden om een mix van bewoners te kunnen garanderen.

Focusgroep Stedelijke Ontwikkeling vindt daarom dat aandacht moet komen voor het faciliteren van omgangsvormen die de leefbaarheid bevorderen in de gebouwen en de buitenruimte er omheen. In het centrum in de oudere kernen waar vele bezoekers (buitenstaanders) tijdelijk en of permanent de ruimte opeisen en bewoners zich daarom terugtrekken moeten vooral voldoende ruimte, plekken en groen in het centrum gereserveerd worden voor hen, wil de kwaliteit van het wonen deel uitmaken van een uitgebalanceerd geheel. Dat is nu niet het geval. Wat bewoners buitenruimte was wordt steeds meer het domein van kortstondig verblijvende, anonieme gebruikers die het niet nauw nemen met schoon, heel en veilig.
Rust van bewoners wordt vaak op brute wijze verstoord met nadelige gezondheidseffecten. De focusgroep wil deze plekken in kaart brengen, met bewoners in gesprek raken en een plan van aanpak voorstellen aan de gemeente, haar aansprekend op haar verantwoordelijkheden als beschermer van het woonmilieu en de noodzaak van ingesloten woondomeinen in de binnenstad die zich kenmerken door de gemixte vorm waarbij bewoners met en voor elkaar voor een goede woonomgeving zorgen.

Wilt u als bewoner meehelpen en ideeën aandragen kunt u zich melden via:
info@roffanum.nl
We hopen dat met uw hulp mooi plekken in het centrum voor bewoners kunnen ontstaan.

Nederlandse stedenbouw heeft een open karakter zo ook Rotterdam. Het inbouwen en vestigen van stedelijke faciliteiten binnen de hoogbouw voor bepaalde groepen die sociale segregatie bevorderend zijn (hoogopgeleiden, expats, studenten, enz.) kan bij een bepaald ontwerp leiden tot de opkomst van harde “gated community’s”. Roffanum vindt dit een ongewenste ontwikkeling. De multi-sociale en multiculturele open karakter van het centrum van de stad maakt deel van haar geschiedenis en moet ook deel uitmaken van haar toekomst. Een evenwichtige samenstelling van bewoners en ondernemers maakt de stad levendig en sterk.

Rotterdam staat al enkele jaren als nieuw architectuurstad van Nederland hoewel de aanloop er naar toe jaren eerder is ingezet door de bouw van beeldbepalende gebouwen tussen 1980 en 2010. Wilt u weten wie de bekendste Rotterdamse architecten zijn en hun gebouwen en bijzonderheden raadpleeg de link: www.nieuws.top010.nl/architecten-rotterdam.htm
Er zijn veel nieuwbouwinitiatieven bijgekomen. Op de lijst van de topbouwprojecten staan de Gedempte Zalmhaven, Forum Rotterdam, het Collectiegebouw, Schiekadeblok, Up Town, First Rotterdam, en Maritiem District.

Duurzaamheid en groene gebouwen

De ambitie van de gemeente Rotterdam is via het “Programma Duurzaam in 2030 meer duurzame energie opwekken dan gebruiken. Dat houdt in dat dan de helft van de woningen moet worden verwarmd met restwarmte uit de haven. Windmolens zouden dan tweederde van de huishoudens van energie dienen te voorzien. Tegelijkertijd kunnen veel woningen worden geïsoleerd en voorzien van zonnedaken. Dat kan omdat driekwart van de huizen in Rotterdam platte daken heeft en daardoor gemakkelijker zonne-energie kan opwekken. In 2030 kan op deze wijze in 40% van de energiebehoefte worden voorzien. Een oppervlakte van meer dan 1 km2 aan bestaande platte daken in het centrum kan daarnaast als waterberging dienen door de daken te vergoenen en als “Urban Farming” in te richten.

Bouwen van duurzame woningen, warmte en geluid isolatie van de oude panden dienen een prioriteit te zijn. Vaanuitgaande dat locaal duurzaamheidbeleid zich uitbetaald, zijn meerdere initiatieven op dit gebied gaande. Een ervan is door de Rotterdamse Schouwburg geïnitieerde project 77square-endeavour. Een interessante samenwerking tussen verschillende belanghebbenden. Lees hierover via de link: www.7square-endeavour.nl

Nieuwe woningen moeten toekomst bestendig zijn dat wil zeggen energieneutraal worden uitgevoerd. Er is een nieuwe omgevingswet en een programma van eisen is door de gemeente opgesteld voor ontwikkelaars bij woningbouw en gebiedsontwikkelingsprojecten. Daarbij hoort ook de verduurzaming van het gemeentelijk vastgoed zoals concernhuisvesting, Werkplaatsen, gymzalen, enz.
Er wordt ingezet op activeren van kleine en grote vastgoedeigenaren, VvE’s met een programma van informeren, inspireren, stimuleren en helpen bij het maken van een meerjaren onderhoudsplan en verduurzaming maatregelen waarbij zo mogelijk ondersteuning bij een financieringaanvraag bij de beschikbare Rijks- en Europese fondsen. Daar het om intensieve trajecten gaat waar alle eigenaren het met elkaar mee eens moeten zijn betreft het hier lange looptijden en voldoende financiële middelen.

Bouwen betekent in Rotterdam droge voeten houden. Er wordt gekeken naar mogelijke waterbergingen ook in het centrum van de stad, achter de dijken waar de grootste deel van de stad ver onder de zeespiegel liggen. Er wordt nagedacht over hoe om te gaan met intensieve neerslag, perioden met droogte en meer hittestress. Innovatieve architectuur technieken worden ingezet tegen overstromingen en voor drijvende bouw en vergroening experimenten.
De hoogte van het grondwater en de kwaliteit van de oppervlakte wateren in de stad zorgen voor het behoud van oud vastgoed en een gezonde fauna en flora. De kwaliteit van het drinkwater behoort tot de continue zorg. Slimme technieken in het huishouden, zelfvoorzienende systemen, innovatie in samenwerking met de natuur zullen in de toekomst tot een integrale aanpak leiden tot een basisveiligheid. Het is dan ook van groot belang dat het watervraagstukken en waterbeleid een stuk hoger op het politieke agenda komen te staan.

Zon en wind

Hoge gebouwen hebben met meer wind te maken dan laagbouw en hebben invloed op het windklimaat in de directe omgeving. Rondom de torens van Rotterdam lijkt het altijd te waaien. Steeds meer hoogbouw heeft in het centrum bijgedragen aan de klimaatverandering. Vooral rond grote gebouwen staat vaak veel wind en zeker bij een storm is het soms gevaarlijk om er te fietsen. De krachtige wind wordt nog eens versterkt als er aangrenzend aan de hoge gebouwen pleinen of parken te vinden zijn, waarin de wind juist vrij spel heeft.
Wanneer de wind op grote hoogte tegen een hoog gebouw waait, kan de lucht niet verder. Deze wordt dan naar alle andere richtingen gedwongen, ook omlaag. Daardoor zijn rond hoge gebouwen vaak windvlagen waar te nemen. Door een hoog gebouw neemt de windsnelheid op lagere niveaus toe. Achter het gebouw ontstaat onderdruk, vóór het gebouw ontstaat overdruk. Deze effecten kunnen ertoe leiden dat de natuurlijke ventilatie en eventuele rookgasafvoer van laagbouwwoningen nabij hoogbouw bij bepaalde windrichtingen wordt verstoord, waardoor de kwaliteit van de buitenlucht afneemt.

Het is gebruikelijk om voor de bouw van gebouwen hoger dan 30 meter windonderzoek te doen. Om het effect te kunnen bepalen gebeurt het onderzoek met computermodellen en/of maquettes in de windtunnels. Er wordt bijvoorbeeld onderzocht of voetgangers en terrassen in de directe omgeving niet te veel hinder ondervinden van een nieuwe windsituatie. Mogelijk kan dan de locatie of het ontwerp van het gebouw aangepast worden.

Meer kwaliteit betekent ook meer aandacht voor de mogelijkheden van beïnvloeding van het klimaat in de stedelijke straten. Enkele doorgangen en straten genereren zelfs op windvrijdagen onaangename stromingen. Door hoogbouw en de klimaatveranderingen zijn een aantal vraagstukken ontstaan waarvoor nog geen oplossingen zijn gevonden. Methoden die nu ingezet worden bestaan voornamelijk uit het positioneren van gebouwen, windabsorberende gevels, plaatsen van windschermen op straatniveau. En groene stad is minder windgevoelig. Het vergoenen van bepaalde gebieden zou kunnen helpen aan de oplossing van het ontstane probleem. Vanuit beleveniservaring vragen wij bewoners naar hun bevindingen en suggesties om het klimatologisch verblijf op straatniveau aangenamer te maken.

Bij de kwaliteit van het wonen, hoort zoninstraling en daglichttoetreding, bezonning van woningen, pleinen en straten. De situering van gebouwen ten opzichte van elkaar is van invloed op de daglichttoetreding in de vertrekken van die gebouwen. In woonvertrekken wordt zoninstraling veelal gewaardeerd. De daglichttoetreding via reflecties kan een belangrijke bijdrage leveren aan de totale daglichttoetreding in de woonvertrekken.

Ondanks dat het raadzaam is om bij een stedenbouwkundig ontwerp rekening te houden met de plaats van hoogbouw ten opzichte van de omringende gebouwen zijn in het centrum helaas een aantal gebouwen en pleinen onherroepelijk in de schaduw gezet. De schaduw van een hoog gebouw belemmert de bezonning van een woning of een plein tot op grote afstand. Van belang voor de buitenruimte is de bezonning van terrassen op momenten dat ze het meest gebruikt worden.

Kwaliteit van het wonen

Ondanks de duurzame ruimtelijke ontwikkelingen die gericht zijn op het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit als de milieukwaliteit aan de hand van de gebruikswaarde (functionaliteit), belevingswaarde (vormgeving) en toekomstwaarde (duurzaamheid in tijd) is de verbetering van woonkwaliteit in het centrum een grote uitdaging. De stedelijke vernieuwing laat een streven zien naar een goed leef en productiemilieu en het benutten van de nog aanwezige capaciteit voor wonen, werken, recreatie en verzorging. Het komt in dit gebied op neer tot de vermenging van deze functies waarbij het grootste probleem de vereniging van deze belangen op verschillende schaalniveaus zich voordoet.

Er kan niet ontkend worden dat op regionale schaal verdichting economische voordelen heeft, die van rentabiliteit van openbaar vervoer en reductie van het energiegebruik. Echter het compact bouwen kan problemen veroorzaken op locaal niveau. Door de dichte nabijheid en verweving van verschillende functies ontstaan er bepaalde vormen van milieuhinder waarvan geluidsoverlast, stank, mensgedrag en externe risico’s. Hoge dichtheden kunnen leiden tot gebrek aan concentratie, stres en door de mensenmassa snelle verspreiding van ziekten. Daarnaast kunnen ze leiden tot negatieve beleving van de leefomgeving en tot een lagere sociale aantrekkingskracht. Gezien vanuit de omgevingspsychologie hebben de bestaande situatie en huidige ontwikkelingen in bepaalde delen van het centrum geleid tot duidelijk negatieve invloeden op de gezondheid van mensen.

Het is aan de gemeente of hoge dichtheden in het centrum tot nog grotere problemen voor bewoners zullen leiden. Wettelijke milieuzoneringseisen schrijven een bepaalde minimale afstand tussen bepaalde functies voor. Verder intensiveren van het ruimtegebruik zal het paradoxaal beleid ten opzichte van de roep voor betere kwaliteit van de leefomgeving in de weg staan. De focusgroep wil helpen met het zoeken naar manieren om de ruimtelijke kwaliteit en het ruimtelijke beleid te versterken door precies maatwerk ter plaatse af te laten stemmen op wensen en beperkingen.

Op het gebied van functionaliteit en milieukwaliteit en het wonen in het centrum van Rotterdam kan nog veel verbeterd worden. Of hoge dichtheid ook daadwerkelijk leid tot problemen is sterk afhankelijk van de vormgeving van de omgeving. Zo zijn de groene Lijnbaanhoven ondanks de hoge dichtheid zeer geliefde woonplekken in het hart van de stad maar behoeven betere beplanting en onderhoud.

De invulling van de plint van gebouwen laat nog te wensen over. Gemakkelijk denkt men gelijk aan horeca maar er is meer nodig dan eenzijdig verteer. Waar komen mensen bij elkaar en waarom, zijn de belangrijkste stedelijke vraagstukken. De sociale functie en het gebruik van gebouwen eerst bepalen en dan bouwen zou prioriteit moeten krijgen boven het aanbod van financiële producten. De gemeente zou sturend dienen te zijn in het creëren van verblijfsruimtes en authentieke stadsdelen door de keuze van het vastgoed ontwikkelaars aan wie de bouwvergunningen afgegeven worden.

Voor een evenwichtige stedelijk milieu is cohesie noodzakelijk. Dit kan alleen beoogd worden als bewoners langer in een buurt met plezier kunnen blijven wonen en het ze lukt om delen van de buitenruimte regelmatig te claimen. Recente tellingen hebben aangetoond dat het Rotterdam niet goed lukt om haar bewoners, met name gezinnen te behouden. De oorzaken hiervan zijn het gebrek aan grote woningen en de realisatie van groenvoorzieningen dat lastig is te verwezenlijken wegens de dure grondexploitatie. Het is dan ook voor het centrum belangrijk om kleine maar hoogwaardige groenvoorzieningen te realiseren met een hoogwaardige inrichting en goede beheer die speel en verblijfplaats voor kinderen kunnen zijn.

Steden met veel groen prijken op de top 10 lijstjes met de best leefbare steden. Het is jammer dat Rotterdam nog niet een integraal vergroeningsplan heeft voor het centrum. Bewoners hebben jaren lang daarop aangedrongen en vele voorstellen en oplossingen aangedragen maar het blijft nog steeds een stad waar vergoenen alleen in stedelijke nota’s op papier gestimuleerd maar in werkelijkheid niet uitgevoerd wordt. Integendeel, het schaarse groen moet vaak plaats maken voor diverse bouwontwikkelingen en ander gebruik. Kleine pleinen, de binnentuinen en groene straten zijn de longen van het centrum en horen meer bestuurlijke aandacht te krijgen. Dat geld ook voor het straatmeubilair dat qua gebruik en vormgeving te veel uniformiteit en weinig klasse vertoont. Als er niet meer geïnvesteerd zal worden in attractieve buitenruimte zal de stad daarom minder aantrekkelijk worden voor de groepen die men in de stad wil houden.

De gemeente zal flink moeten blijven investeren in de publieke ruimte, de veiligheid en in publieke voorzieningen wil het de midden en hoogopgeleiden in de stad behouden. Als teveel mensen steeds vertrekken, is dat een probleem voor de stad. Het wordt een te vluchtige stad waar studenten na de voltooiing van de studie vertrekken, stellen als ze kinderen krijgen, kennismigranten werken een tijdje in Rotterdam en vertrekken vervolgens weer. Toeristen blijven er een paar dagen, festivalbezoekers komen aan in Rotterdam, en vertrekken dezelfde dag nog.

Binding kan ook plaatsvinden op het informele niveau door bijvoorbeeld participatie in verenigingen, besturen, politieke partijen, etc. Dat is in de afgelopen jaren minder geworden. In plaats van verandering is afschaffing van faciliteiten voor bewoners ingezet. De cultuursector heeft ook veel moeten inboeten. Terwijl Amsterdam en andere Europese steden veel geld investeren in hun cultuurvoorzieningen en werelds georiënteerd zijn is het culturele klimaat in Rotterdam vooral in zichzelf gekeerd. Er wordt geïnvesteerd in eigen talenten en dat is goed maar het politieke klimaat is niet open ten opzichte van hoog opgeleiden en er leeft er een anti intellectueel klimaat. Dat is niet goed voor het imago en de ontwikkeling van de stad. Deze groepen moeten zich ook welkom voelen in de stad vooral omdat het over groepen bewoners betreft die in staat zijn om te helpen en blij zijn om hun kennis ter dienste te stellen van hun woonomgeving.

Culturele instellingen, galeries, pop- en ander muziekpodia en gevarieerde cultuurvoorzieningen en internationale programma’s zijn ondervertegenwoordig. Een plaatselijke en internationale creatieve klasse is voor een gunstige stedelijke ontwikkeling noodzakelijk en daarom is het belangrijk dat er meer dan voldoende culturele instellingen in alle geledingen aanwezig zijn, zowel in het Rijks-, Gemeentelijk- en private sector waaraan de locale creatieve geesten zich kunnen optrekken. Het bestuur van Roffanum zet zich in voor de culturele evenementen dat bewoners en instellingen in het centrum organiseren. Focusgroepen staan open voor ideeën en aanbevelingen van bewoners ter verbetering van het culturele leven
in de binnenstad.
Rotterdam centrum is 4,13 km² groot. Over het wijkprofiel, samenstelling van de bewoners, tot welke groep of categorie zij behoren, over de veiligheid en de sociale index kunt u meer te weten komen via de gemeentelijke site: http://wijkprofiel.rotterdam.nl/nl/2016/rotterdam/rotterdam-centrum/rotterdam-centrum

Verlichting

Mensen hebben een basisbehoefte aan verlichting om veiligheid te creëren. Eén van de belangrijkste aspecten daarbij is een goede kleurherkenning. Behalve voor de veiligheid
kan licht gebruikt worden voor het verfraaien van gebouwen, straten en parken. Door licht en kleur kan het gedrag van mensen beïnvloed worden. In combinatie met de juiste vormgeving draagt licht mee aan positief gedrag en daarmee positief gebruik van de buitenruimte. Het bestuur van Roffanum vindt dat het centrum een upgrade zou kunnen gebruiken wat verlichting betreft. Door comfortabele verlichting en aantrekkelijke vormgeving zal de sfeer versterkt en de veiligheid in de stad aanzienlijk verhoogd kunnen worden.

De digitale revolutie heeft onze manier van leven veranderd. De technologie plaatst de mens steeds meer centraal maar verantwoordelijkheid voor onze planeet moet er ook zijn. De toenemende behoeften en de beperkte grondstoffen vragen om een meer overwogen, duurzame en verantwoorde benadering van de stedelijke verlichting zonder te hoeven in te leveren wanneer het om veiligheid en leefbaarheid gaat. Bewustwording over de klimaatverandering moet leiden tot vermindering van energie -, onderhoud – en bedrijfskosten en gebruik van geavanceerde LED verlichting gelijk met nieuwe vormgevingsideeën en wijze van gebruik maar behoud van functionaliteit van de verlichting voor mensen.

Langer zelfstandig wonen

In 2016 telde Rotterdam Centrum telde 17.919 woningen en 32.125 bewoners waarvan 12% n 65 jaar en ouder is. Het beleid van de Rijksoverheid om gezonde ouderen zelfstandig te laten wonen en diegene die extra zorg nodig hebben in aangepaste woningen te laten wonen, vraagt om vernieuwend beleid. Daarbij worden twee uitgangspunten gehanteerd. Tijdig verhuizen naar een op leeftijd aangepaste woning of de aanpassing van de huidige woning met behulp van nieuwe technologie.

In het centrum waar bovengenoemde mogelijkheden niet gemakkelijk te realiseren zijn zal een extra inspanning nodig zijn om dit doel te realiseren via nieuwe woonvormen zoals de mix van ouderen en jongeren, rol van familie, vrienden en buren. De mantelzorg zal opnieuw gedefinieerd en geïmplementeerd moeten worden waarin de gemeente ook haar verantwoordelijkheid zal moeten nemen door het bieden van maatwerk en adequate toepassing van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), de Zorgverzekeringswet (ZVW), de Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL) en de Wet Langdurige Zorg (Wlz),

Door stimulering vanuit de Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
en de komst van geavanceerde ICT toepassingen zullen de kwaliteit van het wonen en leven toenemen. Toepassing van zogenaamde “Domotica” in “Slimme woningen” en ontwikkeling van Robots zullen mogelijk maken dat meer bewoners in hun wijk kunnen blijven wonen. Daarvoor is het nodig dat de gemeente, vastgoedeigenaren en projectontwikkelaars samenwerken, prioriteit gevend aan het beleid waarvoor eventueel vergoeding mogelijk is. Vooral zullen oudere en bestaande woningen aanpassingen nodig hebben maar nieuwbouw zal innovatie op grote schaal teweeg kunnen brengen.

Actief deelnemen van ouderen aan de matschappelijke activiteiten ondanks eventuele lichamelijke of geestelijke beperkingen wordt gestimuleerd via de bewonersevenementen die Roffanum en andere bewonersorganisaties stimuleren. Bewoners kunnen elkaar ontmoeten, contacten onderhouden en nieuwe vriendschappen sluiten. Via het organiseren van de “Gumbo Session” en de Kersfeest op het Schouwburgplein worden jong en oud, bewonersorganisaties, ouderenorganisaties, ondernemers en Culturele instellingen ondersteund Roffanum vooruitstrevend beleid en stimuleert wijkcohesie.

In het centrum blijft de betaalbaarheid van geschikte woningen voor ouderen een knelpunt. Corporaties hebben de afgelopen jaren veel van hun sociale woningen verkocht en andere gerenoveerd en daarmee de huurprijs verhoogd. Veel bewoners zijn het niet mee eens met de Woonvisie, waarin wordt gesproken over de sloop van een deel van de sociale woningvoorraad. Zij willen juist dat er in hun gebied meer sociale huurwoningen komen zodat oudere en jongere mensen met een beperking met een smalle beurs in het Centrum kunnen blijven wonen.

Het centrum is het vijfde gebied in Rotterdam waar een “Langer Thuis” arrangement is gemaakt. Qua oppervlakte is het Centrum een relatief klein gebied vergeleken met andere gebieden in Rotterdam maar waar, volgens de prognose de komende jaren een toename van het aantal ouderen verwacht kan worden. In het Centrum actieve partijen en bewoners, waaronder de voorzitter Zaric en penningmeester den Ouden hebben tijdens de desbetreffende bijeenkomst in 2016 om maatregelen voorgesteld waardoor gezocht kon worden hoe het zelfstandig wonen in het gebied daadwerkelijk gemakkelijker te maken.

Dit heeft voor het centrumgebied tot vijf concrete maatregelen geleid die al op relatief korte termijn merkbaar effect moesten sorteren voor de bewoners:
– Jong en oud samen goud
– Netwerk van sleutelfiguren
– Seniorenschouw
– Voorzieningen Cool
– Toegankelijkheid bewonerscomplex

Het doel van het gemeentelijke programma “Langer Thuis” is het gemakkelijker maken voor ouderen en mensen met een beperking om zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen blijven wonen. Samen met zorgaanbieders, woningbouwcorporaties, welzijn instellingen, zorgverzekeraars en niet in de laatste plaats de doelgroep zelf werken de komende jaren aan geschikte woningen, vitale netwerken, toegankelijke wijken en heldere informatie in de wijk.

Vanuit de visie dat een stad het beste van haar mogelijkheden laat zien als een uitgebalanceerde mix in leeftijd, afkomst, achtergrond en scholing aanwezig is, ondersteunt Roffanum hierin de betrokken bewoners door dit onderwerp middels veelvuldig inspreken bij de gebiedscommissie en de gemeente onder de aandacht te brengen. Helaas is tot nu toe het gewenste resultaat uitgebleven maar de organisatie blijft in haar visie volharden en de noodzakelijkheid van een uitgebalanceerde en softe maatschappij onderstrepen.