HORECA & EVENEMENTEN

Focusgroep Horecabeleid Horecanota, Terrassennota, Horecagebiedsplan

Het centrum heeft een belangrijke functie voor de stad en de regio. Uitgangspunt bij de in- en herinrichting van de straten is dat dit leidt tot een verbetering van het economisch functioneren en het ondernemersklimaat. De winkelfunctie is daarin het meest omvangrijk maar ook horeca en de culturele en cultuurhistorische functie zijn belangrijke trekkers. Grote delen van het centrum zijn recentelijk heringericht en veel nieuwe woningen zijn er aan toegevoegd.

De laatste jaren is het aantal horecaondernemingen in het centrum sterk gegroeid en het oppervlak van horeca zaken gemiddeld groter geworden. Horecaterrassen zijn substantieel vergroot ten koste van de openbare ruimte. Hierdoor is er bij sommige horecaondernemers geen sprake meer van de verplichte 1:80 cm doorgang, waardoor mensen met kinderwagens en mensen met een rollator, scootmobiel en rolstoel hier de nodige hinder ondervinden.

Rotterdam heeft een lager inkomensniveau dan het gemiddelde in Nederland en daarmee minder restaurants en een hogere concentratie van fastfoodconcepten dan andere grote steden. Het overgrote deel van de werknemers in de horeca werkt parttime d.w.z. minder dan een halve werkweek. Grote meerderheid van de werknemers is relatief jong en zo ook het uitgaand publiek.

Elke vier jaar wordt de horecanota en elke twee jaar het horecagebiedsplan herzien. Bewoners en ondernemers kunnen er schriftelijk of door in te spreken op reageren. De huidige horecanota legt de nadruk op gebiedsgericht werken, inperking van administratieve lasten en vergunningstelsel vereenvoudiging waarbij stimulering van eigen initiatief aangemoedigd wordt. Veel vertrouwen wordt gegeven aan ondernemers maar wordt ook aandacht gevraagd voor handhaving van de wetgeving, tegengaan van overlast, witwas en andere soort criminaliteit waarbij de ondernemer geacht wordt zijn deel van de verantwoordelijkheid te nemen, de zogeheten High Trust, High Penalty (Horecanota).

Deze focusgroep is in het leven geroepen door bewoners uit verschillende uitgaansgebieden in het Centrum zoals de Oude Haven, het Westelijk Handelsterrein, Witte de Withstraat, Stadhuisplein en Mauritsweg waar de overlast, die door horecaondernemingen en het uigaande publiek veroorzaakt wordt, het grootst is. Door de afgifte van steeds meer exploitatie vergunningen in de binnenstad, in van oudsher gevestigde woonwijken, is de overlast groeiende. Handhaving blijft achter door onvoldoende mankracht en bevoegdheden. Daarmee is de balans tussen een aantrekkelijke, schone en veilige plek als uitgangspunt van een wenselijke ontwikkeling steeds verder aan het vervagen.

De focusgroep vraagt door inspreken en schriftelijke reacties aandacht voor de rechten van bewoners en de kwaliteit van het wonen in het Centrum als het gaat over de ontwikkeling van de horeca gebiedsplannen, de horecanota en terrassenbeleid. Deelnemers delen kennis, informeren en adviseren elkaar en indien nodig treden gezamenlijk naar buiten toe. Straatverlevendiging door horeca en festivals kan alleen als rekening gehouden wordt met bewoners die in hun woningen recht hebben op rust en privacy.

Het is gelukt om de geluidsoverlast op het Stadhuisplein voor bewoners te verminderen door een geluidsmonotoring systeem dat zowel in de horecazaken als op de gevels van de dichtbijzijnde wooncomplexen de decibellen meet. Direct kan zowel de horecaondernemer, als DCMR en de gemeente zien als er boven de toegestane decibellen heen gegaan wordt, dit is ook achteraf naleesbaar. Dit jaar zijn ook de horecazaken op de Kruiskade aangesloten op het systeem.

Door een aantal stimulerende maatregelen die genomen zijn zoals de mogelijkheid om tijdelijke horeca en pop-up concepten in lege panden te vestigen, de mogelijkheid om gevelzitplaatsen te exploiteren bij vergunningvrije en vergunningverplichte horeca inrichtingen, autoparkeerplaatsen die zonder vergunning door horecaondernemers ingericht mogen worden als terras ter verlevendiging van de stad, de uitbreiding van het aantal “verlaatjes” en reguliere openingstijden is het wonen in het Centrum onder druk komen te staan zonder compensatie en/of verlichting van overlast. De laatste voorstellen vanuit de gebiedscommissie om te experimenteren en toelaten van horecaterrassen in de binnenplaatsen van wooncomplexen en straten heeft veel verzet bij de bewoners teweeggebracht.

Roffanum is het met bewoners eens dat dit een brug te ver gaat. Dat zou betekenen dan bewoners rondom hun woning omgeven zouden worden door horeca terrassen en de daaruit voortvloeiende overlast. De slaapkamers van bewoners bevinden zich in de meeste gevallen achterin de panden. De binnenplaatsen die de groene longen van de stad zijn en oasen van rust voor bewoners moeten vrijwaard blijven van de bedrijvigheid van horecaondernemingen. Daar is de openbare ruimte voor bedoeld.

Horeca exploitatievergunningen en het woon en leefklimaat

Het centrum kent horecagelegenheden in verschillende vormen zoals, restaurants, lunchrooms, cafés, clubs, cafetaria’s, pop-up mix vormen en gelegenheden met live muziek. Ook winkeliers is toegestaan om een gevel zitplek in te richten waar zij alcoholische dranken aan hun klanten kunnen serveren. De afgelopen jaren is het aantal aanvragen sterk toegenomen waardoor grote horecaconcentraties in bepaalde straten zijn ontstaan. Het aantal terrassen en hun grote zijn sterk toegenomen.

In alle plannen is te lezen dat de balans tussen levendigheid en een prettig woonklimaat centraal staat. Het doel zou een goede en duurzame match tussen de wijk, buurt of straat en horecaontwikkeling te bewerkstelligen maar gezien de horecanota en de horeca gebiedsplan zal de trend om steeds meer horeca gelegenheden toe te staan in elke straat van het centrum doen toenemen in de aanstaande jaren Evenredig daaraan is ook de overlast toegenomen voor de zittende bewoners. Hoe meer activiteiten horeca-inrichtingen aanbieden, hoe zwaarder de belasting voor de wijk en/of buurt. In de oude kernen waar niet geïsoleerde woningen en de horecapanden op- en naast elkaar gelegen zijn, zorgt de overlast van het uitgaand publiek binnen en buiten de inrichting ervoor dat het evenwicht tussen wonen en uitgaan ver te zoeken is.

De leden van deze focusgroep en het bestuur van Roffanum hebben al jarenlang bij diverse gelegenheden aandacht gevraagd voor het stopzetten van toevoeging van horecaondernemingen in delen van het centrum en voor het bedrijfsmatig inplannen van horecaondernemingen in de plinten van nieuw te bouwen projecten waar voldoende afvoerinstallaties geborgen kunnen worden en de positie van de ingangen bepaald zodat de overlast tot een minimum wordt gebracht. Dit wegens het terugdringen van geluid- en stank overlast. Door de toevoeging van horecazaken stijgt de concurrentie tussen de ondernemers. Steeds meer kleine zaken maken plaats voor grotere ondernemingen die meerdere panden naast elkaar huren. Dit zorgt voor minder diversiteit en veelal fast-food concepten met geuroverlast op straatniveau en in de bovengelegen woningen.

Het winkelen in winkelcentra binnen de hoogbouw lijkt met het Rotterdamse klimaat een aantrekkelijk idee maar kan leiden tot het ontrekken van winkels in de plint met als gevolg winkelleegstand dat dan opgevuld wordt door meer horecazaken. Een voorbeeld daarvan is de nog te bouwen Forum aan de Coolsingel waarin naast woningen binnen winkels gepland zijn.

Door de grote financiële belangen en opvattingen over de ondergeschikte rol van bewonersbelangen en de kwaliteit van het wonen blijven deze kwesties moeilijk bespreekbaar. Roffanum attendeert bewoners om al deze punten aan de orde te stellen indien herstructurering en nieuwbouw in hun buurt gepland wordt of een exploitatievergunning verleend waarop zij bezwaar kunnen maken.

Regels over geurverspreiding

In het activiteitenbesluit Milieubeheer en in de Activiteitenregeling Milieubeheer zijn de regels over geur omschreven. Daarin staat beschreven dat geurhinder dient te worden voorkomen of dient te worden beperkt tot een aanvaardbaar niveau. Wat dat betekent wordt er niet beschreven. Wel is in de toelichting op het Activiteitenbesluit Horeca van de Ministerie van Infrastructuur en Milieu aangegeven dat zolang de betreffende activiteit en de emissie in aard en omvang overeenkomen met voedselbereiding van huishoudens in beginsel er geen andere eisen aan gesteld kunnen worden. Dat wordt echter anders als er sprake is van bedrijfsmatige voedselbereiding waarbij twee mogelijkheden voor het afvoeren van geur worden geboden te weten:
1. Ten minste twee meter boven de hoogste daklijn van de binnen 25 meter van de uitmonding gelegen bebouwing een afvoer plaatsen (bouwvergunningspichtig en niet in strijd met de eisen van welstand);
2. Het afvoeren van de dampen en gassen van het bereiden van voedingsmiddelen geleid door een doelmatige ontgeuringsinstallatie.

Voorts geldt dat indien gebruik wordt gemaakt van omvangrijke keukenapparatuur de dampen die vrijkomen bij het bereiden van voedingsmiddelen in de ruimte bij grillen, anders dan met houtskool, dan wel frituren of bakken in olie of vet, afgezogen en voordat zij in de buitenlucht worden afgevoerd, geleid door een doelmatig verwisselbaar of reinigbaar vetvangend filter. Ook behoren eenvoudige maatregelen als het dichthouden van ramen en deuren op specifieke tijdstippen tot de mogelijkheden als een binnen het pand gesloten luchtfiltering systeem aanwezig is.

Ondanks deze regels en de mogelijkheden van opleggen van een aantal maatwerkvoorschriften is het beroerd gesteld met de geuremissie en de overlast die deze niet alleen teweegbrengt voor bewoners in de omgeving van dergelijke horecaondernemingen maar ook in grote mate bijdraagt aan de vorming van slechte lucht in de openbare ruimte. De klachtenproceduretrajecten zijn onduidelijk en langdurig. Zelfs bij dagelijkse zeer grote geuroverlast in de woningen en omgeving van restaurants duurt het jarenlang voordat de gemeentelijke diensten in actie komen. Tot het sluiten van een horecagelegenheid met dergelijke overlast wordt niet overgaan. Alleen worden er door Directie Veiligheid dwangsommen aan horecaondernemers opgelegd.

De oorzaken van een dergelijke gemeentelijke houding zijn terug te leiden naar de politieke houding en standpunten van de regerende coalities en de afgifte van vergunningen die met een groots gebaar worden afgegeven wegens de overgewaardeerde economische waarde van de horeca in de stad. Bij wijzigingen van de activiteiten van de ene naar de andere horecazaak wordt niet goed nagegaan wat de mogelijkheden of onmogelijkheden zijn van het plaatsen of aan te passen van de installaties en afvoerpijpen van de afzuiginstallatie zonder dat het ten koste gaat van de architectuur, woonmilieu, straatbeleving, enz. Er wordt uitgegaan van onrealistische afnamen en verkeerde inschattingen. Het soort horeca, de grote van de keuken en die van installaties voor het afvoeren van geur worden niet aangepast aan het soort pand en dienovereenkomstige mogelijkheden. In het geval van airconditioners wordt geen rekening gehouden met de langdurige geluidsbelasting. Met het vergunnen van steeds grotere terrassen worden de problemen met geur en geluid alleen groter. Bij mooi weer als ramen van omringende bewoners open staan dringen de onaangename geuren diep binnen hun woningen. Daarmee wordt hun woongenot ernstig belemmerd. Zij hebben immers het ook recht op woongenot in hun woning en op hun balkons.

Bestemming van panden word via de horecanota en de horecagebiedsplan en de daarin ingebedde clausules voor de komst van nieuwe horecaondernemingen snel aangepast. Het beleid stoelt op handhaving maar deze functioneert onvoldoende wegens gebrek aan financiële middelen en efficiënte methodes. Een dergelijk beleid schept geen vertrouwen. In bepaalde stedelijke gebieden en plekken heeft de overlast de grenzen van het toelaatbare overschreden.

Roep om noodzakelijke verandering van beleid is bij de politiek aangegeven door inspreken van vele individuele bewoners en bewonersorganisaties. Roffanum heeft een lijst van aanbevelingen afgegeven. Ook bewoners van het centrum hebben recht op milieukwaliteit, schone lucht vrij van doorlopende overlast. Roffanum staat voor aanpassing van eisen in de wet- en regelgeving maar tot dat moment adviseert om bij overlast, al is het elke dag, gelijk te melden via DCMR en Directie Veiligheid.

Overlast door rookgeur in woningen

Op een overkapt horecaterras in de buitenlucht mag gerookt worden. Het terras moet wel aan 1 kant helemaal open zijn. Ook mag er binnen de inrichting geen hinder zijn van het roken op het terras maar over de geur- en rookoverlast in de bovengelegen woningen, dat afkomstig is van de sigarettenrokers op de ondergelegen terrassen is nog geen regelgeving voorhanden. De huidige terrassen zijn verzamelplaatsen geworden van rokers. Regelmatig is te zien dat horecagelegenheden binnen bijna leeg zijn en het gehele cafégebeuren inclusief de bar binnen en buiten de toegestane terrasgrote is verplaatst. Op deze wijze wordt het rookverbod niet alleen omzeild maar het roken onder het publiek aangemoedigd en de rookoverlast door de ramen verplaatst naar de bovengelegen woningen.

Ook al zijn de gezondheidsrisico’s voor mee-rokers op het terras veel minder groot dan binnen zijn er steeds meer stemmen om het roken op de terrassen te verbieden. Het roken wordt minder geaccepteerd, ook in de buitenruimte. Steeds meer klanten vragen naar een rookvrij terras, ze vinden het vies om in de rook van een ander te zitten. Er is sprake van een veranderd normbesef waarbij geen plaats meer is voor het roken dat door velen als niet meer van deze tijd beschouwd wordt.

In een wereldstad als New York mag overigens al langer niet meer op het terras van een horecagelegenheid gerookt worden en er is een rookverbod in parken en op stranden. In Nederland zijn er op dit moment nog amper rookvrije terrassen. Slechts een enkele horecaondernemer heeft op het terras tafels gereserveerd voor niet-rokers. Koninklijke Horeca Nederland geeft aangegeven dat de leden van de brancheorganisatie het verbod niet zien zitten. De handhaving ervan kan problemen opleveren en de inkomsten verminderen.

Geluidsoverlast en geluidsovertreding afzuigmotoren

Bedrijven kunnen veel geluid produceren naar de omgeving toe wat voor omwonenden als industrielawaai kan worden ervaren. Gemeenten hebben daarom in een bestemmingsplan gezoneerde industrieterreinen aangemerkt met een geluidszone waarop ‘grote lawaaimakers’ zich mogen vestigen. Buiten deze zone mogen zich bedrijven vestigen die tezamen maximaal 50 dB(A) bedragen.

De toegestane geluidsnormen zoals vastgelegd in de Wet milieubeheer, horen u als omwonende te beschermen tegen geluidsoverlast afkomstig van een nabijgelegen horecapand. Ook tegen het geluid van de steeds groter wordende en lawaai makende afzuiginstallaties. In horecagebieden waar veel van deze installaties zich bevinden ontstaan hogere geluidswaarden voor omwonenden.

Het kan zo zijn dat de geluidsgrenswaarden waarop de bestaande vergunning is verleend, worden overschreden. Wanneer u zich afvraagt of dit bij u het geval is, dan kunt u een bedrijf dat gespecialiseerd is in geluidmeting inschakelen en/of de DCMR verzoeken om geluidsmetingen te verrichten en maatregelen op te leggen zodat u als bewoner beschermd wordt tegen mogelijk grensoverschrijdende waarden en het constante hoge gezoem.

Regels over geluidsoverlast binnen de inrichting

Uit een recente uispraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State blijkt dat bij het verlenen van een exploitatievergunning aan een horecabedrijf de burgemeester dient te toetsen of het woon- en leefklimaat ontoelaatbaar nadelig wordt beïnvloed. Zelfs als er aan de geluidsnormen van het activiteitenbesluit wordt voldaan, dient de burgemeester onder omstandigheden hier nader onderzoek naar te doen waarvan rapport gemaakt wordt.

Hij kan de omgevingdienst verzoeken om geluidmetingen uit te voeren vooraf en naderhand indien geluidsklachten zich voordoen Op grond van het activiteitenbesluit en begrenzing en het daarmee samenhangende maatwerkvoorschrift.

De sterkte van het geluid afkomstig van praten, muziek, speelautomaten en andere machines dat binnen een horeca-inrichting wordt geproduceerd hangt af van de benodigde geluidsisolerende maatregelen. Het geluidsniveau verschilt dan ook per type inrichting. Zo kunnen we per type horeca-inlichting het gemiddelde geluidsniveau stellen voor een restaurant met praten en achtergrondmuziek op 60 -70 decibellen, bar café 75 – 85, discofeestzaal 90 – 100 en horeca-inlichting met live muziek 100 – 110 decibellen.

Ook de situering van de horeca-inrichting ten opzichte van enkele geluidsgevoelige bestemmingen zoals woon, school en gezondheidszorggebouwen heeft invloed op de geluidsisolerende maatregelen. Voor een vrijstaande horeca-inlichting is de afstand tot het aan- of inpandige gevel bepalend. Ook mag direct in aan- en inpandige woningen worden gemeten als het om woningen in hetzelfde pand bevinden als de horeca-inrichting gedurende de dag, avond en nachtperiode dat om 23:00 uur ingaat. Het meest geluidgevoelige meetpunt bepaalt de hoogte van het toegestane geluidsniveau in het horecabedrijf.

De gevraagde isolatie kan betrekking hebben op de gevel, beglazing, dak, vloer, deur en entree. Voor nieuwbouw gelden eisen uit het Bouwbesluit en de benodigde isolatieklasse. Bij geluidsmeting gelden specialistische aspecten aan de wijze van meten van geluid. De regels zijn op te vragen bij de DCMR.

De nieuwe regelgeving zoals vervat in het Activiteitenbesluit introduceert verder maatwerkvoorschriften. Hierdoor kan de gemeente beslissen om in een concreet geval af te wijken van landelijke regels.

Indien de gemeente regelmatig een overtreding van de geluidsvoorschriften vaststelt dan kan zij overgaan tot het opleggen van “maatwerkvoorschrift” door verdere isolatie te eisen en of een “limiter” verplicht te laten installeren op een bepaald geluidsniveau.

Bij steeds meer horeca ondernemers stijgt het besef van overlast voor bewoners. De muziekboxen bij de deur en/of open ramen en op terrassen, komen steeds minder voor. Zij proberen de overlast te doen verminderen door zich beter aan de geschreven en ongeschreven regels te houden, zelf beter te handhaven door hun klanten aan te spreken en met creatieve oplossingen te komen. Soms in samenspraak met bewoners. Meer ontwikkeling in die richting zijn toe te juichen evenals betere handhaving door de gemeentelijke diensten.

Terrassenbeleid

De gemeente Rotterdam heeft een aantal regels vastgesteld waar alle terrassen in de stad aan moeten voldoen. De kwaliteitseisen van het terrassenbeleid vormen een kader. Binnen dat kader hebben horecaondernemers de vrijheid hun terrassen naar hun eigen wensen in te richten.

De drie basisvoorwaarden zijn uit het terrassenbeleid zijn:
* Balans in gebruik: terrassen moeten rekening houden met de andere gebruiksfuncties van de openbare ruimte;
* Open terrascultuur: terrassen zijn te gast in de openbare ruimte. Tussen het terras en de openbare ruimte moet interactie blijven bestaan;
* Uitnodigende en diverse uitstraling: terrassen moeten mensen uitnodigen. Daarbij moet sprake blijven van verscheidenheid.

Ondanks de kwaliteitseisen heeft het terrassen beleid in de praktijk in een aantal gebieden gezorgd voor overvolle terrassen en vergaande veranderingen en overlast voor bewoners vooral in de nachtelijke uren. Geluidsoverlast kan 24 uur per dag gemeld worden via de DCMR die ook akoestisch onderzoek uitvoert om uw horeca inrichting te toetsen of en hoe aan de geluidseisen/geluidsnormen voldaan kan worden. Tegelijkertijd dient de geluidsmeting in de horeca ervoor om omwonenden te beschermen tegen geluidshinder van deze muziekniveaus in combinatie met het aanwezige stemgeluid. http://www.dcmr.nl/themas/geluid/horecalawaai

U vindt de precieze regels in de nota ‘Kwaliteitseisen voor terrassen’ en in de brochure Waarom een terrassenbeleid in Rotterdam via onderstaande links:
http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/historie/Rotterdam/226632/226632_1.html

Geluidsoverlast en geluidsovertreding terrassen

Ten aanzien van terrassen is van belang om te weten dat het stemgeluid afkomstig van bezoekers op een onoverdekt en onverwarmd terras niet wordt betrokken bij de berekening van de totale geluidsproductie van een inrichting. Deze uitzondering is gecreëerd omdat anders vrijwel elke horecabedrijf op enig moment de geluidsnorm zou overtreden. Er is van uitgegaan dat het geluid van terrassen aan de openbare weg opgaat in het al aanwezige omgevingsgeluid.

Ten aanzien van verwarmde terrassen geldt de uitzondering van de geluidsnormen niet. Dit betekent dat met het ophangen van terraswarmers het geluid van de bezoekers van het terras meegenomen kan worden bij het berekenen van de totale geluidsproductie van de horeca-inrichting, die in veel gevallen kan leiden tot overschrijding van de toegepaste geluidsnormen. Het is juist van deze terrassen dat bewoners vaak overlast hebben tot diep in de nacht zonder dat tegen deze vorm van overlast opgetreden wordt. Overigens zijn er vanuit de praktijk nog nauwelijks gevallen bekend waarin de handhaving van geluidsnormen (alleen) als gevolg van verwarming van terrassen werd opgestart, maar de juridische mogelijkheid ervoor bestaat. Geluidsoverlast van horecaterrassen ( geen muziekgeluid) valt onder de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) en wordt behandeld door de politie. De DCMR kan alleen optreden bij geluidsoverlast door muziek.

Het is vooral het lawaai van dronken mensen, dat in de loop van de nacht toeneemt en dat ook dubbel glas niet tegen houdt. Stemgeluid telt wettelijk gezien niet, ook al galmt het geluid van tientallen drinkende en lachende bezoekers in de rust van de nacht door de straat vaak versterkt door weerkaatsing tegen de vele glazen gevels. Daar handhaving van menselijk lawaai een onmogelijke taak blijkt te zijn voor ondernemers en orde handhavers is het van belang dat het terrassensluitingstijden aangepast worden aan de woonomgeving. Dit om chronisch slaaptekort van bewoners tegen te gaan, concentratieverlies, het slikken van slaappillen, ontstaan van relatieproblemen, geïrriteerdheid, het slepen van een matras naar de keuken of de badkamer, met gesloten ramen slapen, lastig televisiekijken, niet kunnen ventileren, uit het huis gepest worden en uiteindelijke verhuizing wegens geluidstress en daarmee verbonden aandoeningen.

Om te voorkomen dat bewoners gek worden van de frituur en ander stank, lawaai van apparatuur, sigarettenrook, doordreunende geschraap van stoelen over straattegels, harde muziek, luid stemgeluid van komende, verblijvende en gaande bezoekers, parkeerdruk inclusief harde muziek uit auto’s, wildplassen, enzovoort, naar de rechter stappen is een evenwichtiger beleid noodzakelijk.

Het huidige horecabeleid inhoudende het ruimhartig toekennen van horecavergunningen veroorzaakt onenigheid en spanningen tussen bewoners en ondernemers die in een aantal gevallen niet willeen of niet in staat zijn voldoende rekening te houden met bewoners.

In de zomer, door het mooie weer ontstaat het zowat elke avond bal op straat tot de vroege uurtjes. Ondanks de bestaande problemen wordt het toekennen van nachtvergunningen in woongebieden door de politiek als positief gezien, onvoldoende rekening houdend met de stedelijke woonkwaliteit. Ondernemers die regels naleven worden automatisch minder gecontroleerd. De verantwoordelijkheid is bij de ondernemer neergelegd. Daar staat tegenover dat de ondernemers die het niet zo nauw nemen met de regels meer toezicht krijgen en harder aangepakt worden. Een mooi streven dat alleen werkt alleen als er voldoende toezicht uitgevoerd wordt wat nu niet voorhanden is.

Rookoverlast afkomstig van terrassen van horecabedrijven is nog niet in kaart gebracht en niet opgenomen in de wetgeving. Uitgebreide informatie over de terrasgrens, muziek op terras, straatmuzikanten, menselijke stem, handhaven met geluidsmeter, sancties en overige terrassenbeleid is te vinden op de website van de Ministerie van Infrastructuur en Milieu: http://www.infomil.nl/onderwerpen/hinder-gezondheid/geluid/inhoudelijk-dossier/functies/terrassen-0/toezicht-en/#Grensterras

Op dezelfde site kunt u ook de belangrijkste regels voor geluid van horecabedrijven in het Activiteitenbesluit vinden over die betrekking hebben op over de Melding en Akoestisch Rapport, Beschermingsniveau, Mogelijkheden voor Maatwerk en Overgangsrecht.

Terrassen zijn gezellig maar ze kunnen ook voor rommelige taferelen zorgen. Om de omzet in de wintermaanden te verhogen is het fenomeen van het winterterras steeds meer een rol gaan spelen in de omzet van de horecaondernemer. Dit ten koste van het aanzien van de stedelijke openbare ruimte en stedelijke vergezichten.

In vele gevallen vormt de winteropslag van terrasmeubilair op straat geen fraaie gezicht. Terrassen die met glas, doek of plastic afgeschermd worden van weersomstandigheden vormen hele wanden op trottoirs. Er is dan geen sprake van terrassen maar zelfstandige ruimtes, gekoppeld aan de binnenruimte van de etablissementen als een onderdeel van de bedrijfsvoering.

Via onderstaande link kunt u lezen over de lobby voor winterterrassen. http://www.horecaimage.nl/?p=1860

Evenementenbeleid

Het uitgangspunt is dat evenementen bijdragen aan een aantrekkelijke stad. Het beleid is vastgesteld in de nota “Dieper in de Stad, Verder in de Wereld” is gericht op karakteristiek en onderscheidend evenementenaanbod dat bewoners en bezoekers naar de stad trekt en de internationale uitstraling van de stad versterkt. Rotterdamse prioriteitsthema’s zijn de Internationale Cultuurstad, Architectuurstad, Multiculturele stad, Jonge stad, en Internationale Sportstad.

Een overzicht van de B- en C- evenementenoverzicht worden ieder kalenderjaar door het College vaststelt. Er wordt gestreefd naar een goede spreiding en het inzichtelijk maken van de hoeveelheid evenementen, de locaties, beschikbare capaciteit van hulp en andere diensten, data en tijdstippen van evenementen. Een evenement vergunning wordt afgegeven door Directie Veiligheid afgegeven. Het evenementenoverzicht komt tot stand door nauwe samenwerking tussen Politie, Directie Veiligheid, Veiligheidsregio (VRR), Verkeersmarinier, Stadsbeheer Toezicht en Handhaving, Stadsbeheer Openbare Werken, Stadsbeheer Schone Stad, SO Stadsecoloog, MO GGD, MO Sport en Cultuur, Stichting Rotterdam Festivals, Gebiedsorganisaties, Havenmeester, RET, NS en DCMR.

Stichting Rotterdams Festivals en Stichting Rotterdam Topsport zijn verantwoordelijk voor de inhoudelijke beoordeling en de advisering aan het college van de ingediende voorstellen voor evenementen aan de hand van de geldende criteria zoals vastgesteld in het evenementbeleid van Rotterdam.

Schrijven kan via: horecavergunningen@rotterdam.nl Telefoneren via: 010-2672500

In de binnenstad worden veel evenementen georganiseerd waarvan een aantal zeer overlastgevend zijn wegens de lange duur en de hoogte van de geproduceerde decibellen. In sommige gebieden draagt de architectonische positie van de gebouwen en de glazen gevels bij dat het geluid door de echo, verre verspreiding en het oplopen van decibellen op de hoger gelegen etages van de flatgebouwen veel harder is dan op de plint. Het Schouwburgplein is door haar centrale ligging tussen wooncomplexen hier een goed voorbeeld van.

Noodzaak balans tussen uitgaan en wonen

Geluidsoverlast is een van de meest voorkomende stressfactoren in de menselijke omgeving. Het is niet de meest intensieve stressfactor maar kan toch grote gevolgen hebben. De volgende verschijnselen kunnen zich voordoen: geïrriteerdheid, stress, concentratieproblemen, gedragsbeperkingen en (enige mate van) doofheid. Het is bekend dat de mate waarin deze effecten optreden afhangt van het geluidsniveau, de voorspelbaarheid van het geluid, de inhoud of betekenis van het geluid, de te verwachten controle over het geluid en de duur van de belasting.

In combinatie met andere stressfactoren heeft geluidsoverlast eveneens nadelige effecten op de fysieke gesteldheid. Uit onderzoek blijkt onder meer dat het immuunsysteem kan worden aangetast of dat men een hogere bloeddruk kan krijgen. Wanneer tegenover het nadelige geluidseffect iets positiefs staat, blijkt de irritatie te verminderen. Naast overlast kan er van geluid echter ook een stimulerende werking uitgaan. Vooral voor blinden speelt dit een belangrijke rol.

Als het over geluid gaat dat afkomstig is vanuit een café, concertzaal of een evenement zullen de deelnemers (uitvoerders en het publiek) weinig last hebben van de hoge decibellen. De belevenis van het geluid is immers gekoppeld aan het hebben van plezier of het verkrijgen van een beloning zoals status, gunsten en geld. De klagers worden door deze groep ineens bestempeld als ongewenste individuen die weg moeten om naar de hei te gaan wonen. De bezoeker eigent zich de openbare ruimte. De stad is van iedereen wordt er geroepen ook als impliceert de openbaarheid van de buitenruimte in stad een andere orde met de daaraan verbonden regels. Men gedraagt zich anders dan in zijn eigen woonomgeving. Door de opname in de massa en de daaruit vloeiende anonimiteit ontstaat vervaging van geschreven en ongeschreven wetten. Een bezoeker heeft de keuze om te blijven of om weg te gaan wanneer hij wil.

Bovengenoemde kan niet op bewoners toegepast worden. Voor de bewoners kan deze situatie een bron van overlast en ergernis zijn. Zij worden immers gedwongen

om tijdens een lange periode hoge decibellen aan te horen waarbij vaak het muziekgenre niet overeenkomt met hun voorkeuren is en als het al hun voorkeur heeft dan hoeft het nog niet zo te zijn dat ze die op dat moment en zo langdurig willen aanhoren. In bepaalde gebieden zijn vijf à zeven uur geen uitzondering terwijl een concert maximaal twee uur duurt. Een woning heeft nu eenmaal een andere bestemming dan een café, concertzaal of een evenemententerrein. Het is een areaal waarin men kan leren, ontspannen, rust vinden en slapen. Door de veranderende economie is het ook een werkplek geworden waarbij verantwoordelijkheid en concentratie is vereist. Het geluid is een ongewenste situatie geworden waarbij men geen prettige prikkels ervaart. Integendeel, als de overlast te vaak en te lang duurt, ontstaat er hoge mate van stres dat voor enkele ons bekende gevallen geleid heeft tot medicatie en ziekenhuisopname.

Het café uitgaansleven is niet de enige factor dat bijdraagt aan geluidsoverlast. Het veelvuldig houden van festivals midden in woonwijken van het centrum draagt hier structureel bij. We noemen hier het Schouwburgplein als voorbeeld waar in de zomermaanden 3 à 4 keer per week evenementen worden gehouden waarbij hard geluid een rol speelt. Een plein omgeven door woningen in hoogbouw met merendeels resonerende glasgevels. In panden waar eerst winkels gevestigd waren en bewoners er eerder woonden dan de nieuw gekomen horeca ondernemingen is de situatie het meest overlastgevend, vooral in oude panden die wegens de ligging en het ontbreken van isolatie ongeschikt zijn voor horecavoering.

Daarnaast wordt veel geluid geproduceerd doordat in de vele horeca en winkelstraten regelmatig wordt verbouwd. De straten en pleinen worden dagelijks schoongemaakt met hard geluid producerende schoonmaakmachines, ophaaldiensten halen het vuil vaker op, er worden dagelijks goederen aangeleverd. Er zijn beduidend meer personenvoertuigen bewegingen en filevorming en er is een continue stroom van luid pratende mensen in de straten. Bij elkaar opgetelde geluidproductie betekent een voortdurende kakofonie van geluiden dat dag en nacht plaats vindt.

Om het kwaliteit van het wonen in de binnensteden te garanderen hebben vele Europese steden een beleid ontwikkeld waar de bewoner gelijk is gesteld aan de bezoeker.

In Rotterdam waarbij beleidsmatig soms vergeten wordt dat bewoners de motor van de stad zijn, is op economische groei geënt waarin grenzen gemakkelijk vervagen (alles, altijd en overal moet kunnen) is nog niet zo ver.

Roffanum vindt dat, indien de gewenste bewoner in de stad vastgehouden wil worden, een heroverweging van belangen plaats moet vinden. Deze overweging heeft in Amsterdam al plaats gevonden naar aanleiding van gemeentelijke onderzoeken waarin bleek dat de stad als geheel van de bezoekershausse zou profiteren, een mythe is. De voordelen van de bezoekerseconomie komen terecht bij een beperkt aantal die succesvol inspelen op het gedrag van de massatoerist en betalen de stedelingen de rekening door een sterk vermindert leefklimaat, stijgende huur – en koopprijzen en een verschaling van de voorziening en winkelaanbod. Met de recente vaststelling van de horeca en evenementenbeleid (waarbij door sommige politieke partijen niet geschuwd werd om horecaterrassen toe te staan in de binnenplaatsen) is duidelijk aan het licht gekomen dat het als het gaat om bezoekers niet alleen een balansprobleem is maar dat het net als in Amsterdam het probleem fundamenteel is geworden en dat de groei in het centrum van de stad afgeremd moet worden.

Uitdagingen en oplossingen

Om de ontevredenheid van bewoners te voorkomen en o.a. handhavingproblemen voor de gemeente niet steeds groter worden is het noodzakelijk om niet alleen naar klassieke oplossingen, zoals strengere handhaving, verhoging van boetes, vermindering van toegestane decibellen, en zo voort te zoeken maar ook te kijken naar nieuwe creatieve ideeën. Problemen van overmatig alcoholgebruik, geschreeuw, kotsen en op grote schaal wildplassen kunnen naast het plaatsen van openbare toiletten tegengegaan worden door een betere informatie beleid op scholen, in gezinnen, uitgaansgelegenheden en op straat.

De nieuwbouw biedt een aantal oplossingen voor ondernemingen op plint en etage niveaus waar betere afvoerinstallaties en isolatie van te voren ingebouwd kunnen worden en vanaf het begin een horecabestemming afgegeven.

Dergelijke bouwprojecten bieden ook oplossingen voor het scheiden van de in- en uitgangen van horeca ondernemingen met die van de woongedeelten zodat het publiek zo min mogelijk overlast kan veroorzaken.

Een reële mogelijkheid is ondergrondse bouw waarbij vier basisvormen oplossingen kunnen bieden ter voorkoming van verschillende soorten overlast. Dat zijn de volledig ondergrondse ruimten, verzonken ruimten, kelderruimten onder gebouwen en met aarde bedekte ruimten.

Een voorbeeld van ondergrondse bouw bevindt zich in Maastricht aan de binnenhaven ‘Het Bassin’. Het nieuwe Lumière dat een filmhuis, restaurant en café herbergt. Bouw & Ontwikkelingsbedrijf LAUDY heeft het vervallen en monumentale gebouwencomplex van de elektriciteitsfabriek van Spinx volledig gerestaureerd en gerenoveerd. Binnen het bestaande casco en een ondergrondse nieuwbouw zijn maar liefst 6 filmzalen, een hip en sfeervol restaurant en een bijzondere bar gerealiseerd.

In Valkenburg bevindt zich een van de meest bijzondere locaties die je kunt bedenken, een restaurant 30 meter onder de grond. Geen donkere gangetjes maar sfeervolle ruimtes die je verwelkomen met haar schoonheid. De locatie is voorzien van alle faciliteiten die nodig zijn om de gasten van een bijzondere avond te laten genieten.

In vele steden is een sterke concentratie ontstaan en menging van functies teneinde tot meer ruimtelijke kwaliteit te bieden. Deze menging heeft echter vaak problemen met zich meegebracht op het gebied van leefbaarheid, onder andere in de vorm van milieuhinder. Steden kampen ook met verouderde gebieden zoals naoorlogse wijken,

tunnels en bedrijfsterreinen en die aan herstructurering zijn. Als we het over de underground scene in Rotterdam hebben is de letterlijke ondergrondse plek van de house- en technoclub Toffler die zich in een oude voetgangerstunnel onder het Weena, de plek om te zijn.

Het onder de grond bouwen of onderkelderen van bestaande gebouwen kan een middel zijn om een aantal problemen op te lossen tegelijkertijd bijdragend aan een sterke ruimtelijke concentratie van activiteiten. Veel ergernissenveroorzakende situaties kunnen onder de grond gestopt worden waardoor het bovengrondse leefklimaat aantrekkelijker kan worden. Als er storende elementen onder de grond weggestopt worden kan er ook meer plaats voor groen komen.

In New York is men aan het nadenken en via “The Lowline Lab” experimenteren met een ondergronds park.

De ultieme ondergrondse adrenalinekick moet in Rotterdam nog komen. We hopen dat creatieve ondernemers de mogelijkheden gaan onderzoeken.